Omroep Lingewaard

Echte hoofdkaas met een bitterkoekje…

Als kleine jongen keek ik bij het slachten van ons dierbare huisvarken altijd met enig afgrijzen naar het bereiden van allerlei worstsoorten. Dat begon al bij het bloedvangen, waarbij na de fatale messteek het bloed aan de hals van het varken ontspoot en in een bak terecht kwam, waar een der dapperen uit de familie continue roerde, totdat de laatste drop levensvocht van onze dierbare was overgeheveld. Hoe ze van vele restjes nog hoofdkaas konden maken, was mij een raadsel en dat dat ook nog een delicatesse werd, was het volgende onoplosbare. Het knappe vond ik altijd, dat men een beetje van dit en een groter of kleiner beetje van dat feilloos tot een heerlijk gerecht omtoverde. De kunst van het bereiden werd via mond-op-mondreclame aan elkaar doorgegeven. Ik heb het idee, dat er altijd alleen maar in positieven gedacht werd: maak het zo lekker mogelijk.

Nee, dan tegenwoordig: Antivries in de wijn. Ik zeg er wel bij, dat ons in Nederland geen oor aangenaaid kan worden. Onze Consumentenbond, Keuringsdienst van Waren en andere beschermende instanties waken over ons met een openheid, die alle nep uitbant. Zit ik in deze vakantie eens wat langer aan het ontbijt en neem ik de tijd om te lezen wat ik eet. Op mijn volkoren sneetje (Natuurlijk grof volkoren!) een klein beetje halvarine, dat is: water, plantaardige en dierlijke vetten en zout. Tot nu toe kan ik het nog redelijk volgen. In diezelfde hap verorberde ik enige emulgatoren, voedingszuur, geur- en smaakstof en een kleurstof. Nou begin ik te griezelen, want als er op de verpakking staat, dat er ook een conserveermiddel in zit, dan moet ik meteen aan dat Oostenrijks antivries denken. Zou het dan toch?

O nee, er zitten “20 i.e. Vitamine A en slechts 3 i.e. Vitamine D” in. Vitamines zijn goed is mij altijd voorgehouden. Dit moet goed zijn. De tijd van het scheikundeboek naast mijn bord is voorbij, geef mij daarom maar een verzameling “suiker, peulvruchten, abrikozenpitten, kipeiwit, plantaardige olie, invertsuikerstroop, gemodificeerd zetmeel en een stabilisator” bij de thee. Zouden chemici er nou niks op kunnen bedenken dat dat bitterkoekje lekker vers blijft? Wij doen er altijd een snee brood bij in de trommel!

 

Piet Driessen, DNK, 24/7/1985